Nederlandse maakindustrie voorsprong op de concurrentie door manier van samenwerken

Nederlandse maakindustrie voorsprong op concurrentie

De Nederlandse maakindustrie met zijn sterke exportpositie heeft de Nederlandse economie de afgelopen jaren op sleeptouw genomen. De industriële sector is inmiddels goed voor 1 miljoen banen. Blijven de vooruitzichten goed? Bieden de technologische en marktveranderingen in de wereldwijde industrie kansen voor de Nederlandse maakindustrie?

De industriële maakbedrijven en hun technologieleveranciers, die zich half maart op de ESEF 2016 én de TechniShow 2016 presenteren, hebben waarschijnlijk allemaal goede jaren achter de rug. De gedaalde olieprijzen hebben de economieën in de Eurozone en de VS een impuls gegeven. En daar heeft de Nederlandse industrie van geprofiteerd. De maakindustrie is anno 2016 geen vies woord meer in de Nederlandse samenleving.

Beeld over de Nederlandse maakindustrie gekanteld

Bij ING Bank heeft men de indruk dat de perceptie van de industrie sinds de crisis is gedraaid. Op alle vlakken is er meer aandacht voor de sector, die ondertussen goed is voor 12% van het BBP in Nederland. Het beeld van vóór de crisis, dat Nederland een handel- en dienstenland is, is gekanteld. Ondernemers met lef, zoals Wim van der Leegte die de productie van BMW naar Nederland heeft gehaald, tonen aan dat we in Nederland best kunnen opboksen tegen lage lonen landen.

Het beeld over lage lonen landen is volgens Bert Woltheus, een van de sectormanagers Industrie bij ING, ook in de industrie zelf gekanteld. Twee jaar geleden kwam uit het onderzoek dat ING Bank voor de ESEF 2014 deed naar voren dat ondernemers overwogen om productie naar Oost-Europa te verplaatsen. “Offshoring is vandaag de dag als grote trend voorbij”, stelt Woltheus. Er zijn voorzichtig de eerste voorbeelden van reshoring, maar van een echte trend kun je op dit punt nog niet spreken, vinden de beide sectormanagers. Arnold Koning denkt dat deze trend er wel kan komen als de Nederlandse industrie door procesverbetering en slimmere machines de kostprijs nog verder kan reduceren. “Dan kunnen we het in Nederland blijven doen.”

Gevoelig voor turbulentie op exportmarkten

De vooruitzichten voor de maakindustrie zijn dan ook goed. De economen van ABN AMRO rekenen voor 2016 met een industriële groei van 3,5%. De sector is in zijn geheel ondertussen goed voor 60% van de Nederlandse export. Dat maakt de industrie echter gevoelig voor schommelingen in de buitenlandse markten en valuta’s.

De turbulentie in de Aziatische en met name de Chinese economie raakt de Nederlandse industrie direct. Als de Chinezen minder produceren, kopen ze minder Europese en vooral Duitse investeringsgoederen en leveren de Nederlandse maakbedrijven minder toe aan Duitse klanten. “Door de afkoelende Chinese economie is de vraag naar Europese machines en auto’s teruggevallen. Deze ontwikkeling raakt de Nederlandse toeleverancier en OEM’er”, zegt David Kemps, sector banker Industrie bij ABN AMRO.

Onder moeders rok

Er verandert echter nog meer in de industrie. Wereldwijd wijzigt het speelveld door een aantal grotere trends. Machines en producten worden slimmer door de opmars van Industrie 4.0 oftewel the Internet of Things. Het besef dat we duurzamer moeten omgaan met grondstoffen neemt toe. De circulaire economie schurkt tegen de industrie aan. Seriegroottes nemen nog verder af, de productvariatie neemt toe. Product life cycli worden nog korter.

Arnold Koning, sectormanager Industrie bij ING Bank, ziet hierdoor juist kansen ontstaan voor de Nederlandse maakindustrie. Hij denkt dat deze een belangrijk streepje vóór heeft op de buitenlandse concurrentie. “Wij lopen in Nederland voorop met het open innovatiemodel; met de wijze waarop we kennis samen ontwikkelen en met elkaar delen, waardoor bedrijven hun risico’s verlagen en we een kortere time to market realiseren. Die manier van samenwerken is in Duitsland minder gemakkelijk te realiseren. Daar gebeurt alles onder moeders rok.”

Die eigenschap komt de Nederlandse maakindustrie in al deze veranderingen van pas. De bereidheid om samen te werken, maar ook de Nederlandse cultuur waarin we dingen durven te zeggen en te benoemen, zijn misschien wel net zo belangrijk als gedegen technologisch onderzoek, valt Bert Woltheus, sectormanager Industrie bij ING Bank, zijn collega bij. “Dat we medewerkers betrekken, is een waardevolle eigenschap. De slagingskans van een innovatie wordt immers voor 25% bepaald door de technologische en voor 75% door de sociale innovatie.”

Transitie naar Industrie 4.0

Industrie 4.0, smart industry, the Internet of Things: drie begrippen die min of meer hetzelfde aanduiden, zullen voor een van de grootste innovaties gaan zorgen. Software gaat een alsmaar grotere rol spelen in de industrie. “De transitie van hardware naar software, wat Industrie 4.0 is, gaat de industrieel ondernemer raken”, aldus David Kemps.

Hierdoor gaan op termijn de verdienmodellen veranderen, bijvoorbeeld die in de machinebouw. Gebruikers zullen hun betaling veel meer gaan laten afhangen van de output van een machine of een lijn. Of de mate van beschikbaarheid, omdat je door Industrie 4.0 veel beter in staat bent om onderhoud te gaan voorspellen.

Arnold Koning: “Bedrijven zijn nu vooral bezig om de beste machine te bouwen, maar zijn ze ook bezig met wat de klant wenst? De klant wil de kostprijs van zijn proces verlagen en zijn processen verbeteren. Door Industrie 4.0 kun je je als machinebouwer veel meer gaan bezighouden met het proces van de klant en wat die echt wil.” Daar ligt de kans voor de Nederlandse industrie als geheel. Met alleen betere kwaliteit red je het niet meer. De rest van de wereld concurreert ook op kwaliteit. “De industrie kan een extra stap maken door te kijken wat de klant beweegt in plaats van het beste asset maken.”

Personeel en financiering

De Nederlandse industrie staat wat betreft smart industry voor twee belangrijke uitdagingen: voldoende gekwalificeerd personeel vinden en investeren in nieuwe technologie. Dat eerste kunnen de bedrijven onder meer oppakken door te investeren in sociale innovatie, meent Bert Woltheus. “Zorg dat je via scholing je technische medewerkers helpt hun vakkennis op peil te houden om zo als bedrijf de laatste ontwikkelingen bij te houden.” Het andere punt, investeren in technologie, is een ander verhaal. De industrie klaagt sinds het uitbreken van de crisis dat de banken de geldkraan dicht houden.

David Kemps vindt dat de banken investeringsprojecten anders moeten gaan bekijken nu we richting een smart industry opschuiven. “Wij zullen bij investeringen meer moeten kijken naar het totaal plaatje van hardware, software en alles daarom heen. De transitie naar Industrie 4.0 gaat ons als financier ook aan.”

Bert Woltheus en Arnold Koning erkennen dat het financieringsklimaat uitdagend is voor de Nederlandse industrie. Maar, voegen ze er aan toe: ook op dit punt maakt de industrie een transitie door. Nederland moet de weg vinden naar alternatieve financieringen naast de lening door een bank. Arnold Koning: “In andere markten zie je dat ondernemers gemakkelijker naar alternatieve financieringen zoeken. Voor kansrijke initiatieven zijn die er ook te vinden.”

Alternatieve financieringsvormen

De Nederlandse industrie leunt voor de financiering te sterk op de banken, vinden de sectormanagers van zowel ING Bank als ABN AMRO. Procentueel gezien (ten opzichte van de totale balans) is het aandeel bancaire lening groter dan in landen zoals het Verenigd Koninkrijk of de VS. Zij juichen de komst van kredietvormen zoals crowd funding en kredietunies daarom ook toe.

Als de BV Nederland verschillende financieringsvormen beter op elkaar laat aansluiten en partijen gezamenlijk naar de beste oplossing zoeken, heeft iedereen hier baat bij. Met een betere mix in de financiering van eigen en vreemd vermogen bereik je dat meer plannen van ondernemers financierbaar worden.

Bert Woltheus ziet zelfs voor de bank een rol weggelegd om bedrijven die rendabel zijn maar over onvoldoende eigen vermogen beschikken, te koppelen aan partijen die hun vermogen willen beleggen. Hij denkt verder dat veel bedrijven prima aan de reguliere bancaire normen voldoen. “Voor dat deel durf ik zelfs te stellen dat we een tekort aan aanvragen hebben.”

ESEF 2016 is dé toeleveringsbeurs voor de Nederlandse maakindustrie. TechniShow 2016 is het event waarop technologieleveranciers voor de maakindustrie hun innovaties tonen. Beide beurzen vi nden van 15-18 maart 2016 plaats in de Jaarbeurs in Utrecht.

Bekijk de vakbeurzen ESEF 2016 en Technishow 2016

Digitale Nieuwsbrief

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF EN BLIJF OP DE HOOGTE VAN ALLE INDUSTRIËLE EN TECHNISCHE EVENTS!

Door jouw inschrijving voor de nieuwsbrief, ga je akkoord met onze privacy voorwaarden

Digitale Nieuwsbrief

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF EN BLIJF OP DE HOOGTE VAN ALLE INDUSTRIËLE EN TECHNISCHE EVENTS!

Door jouw inschrijving voor de nieuwsbrief, ga je akkoord met onze privacy voorwaarden