Klimaatakkoord levert bedrijven ook op korte termijn al voordeel

Klimaatakkoord COP21-klimaatcongres

Volgens het klimaatakkoord mag in het jaar 2100 de aarde met niet meer dan 1,5 graden Celsius zijn opgewarmd. Dat is de afspraak die wereldleiders hebben gemaakt op het COP21-klimaatcongres. Het eerste evaluatiemoment is in 2023.

Een kritiekpunt op de plannen is dat de focus erg ver in de toekomst ligt. Dat maakt de noodzaak voor bedrijven en regeringen om er nu al op voor te sorteren minder urgent. Wouter Last, president van Hint, pleit daarom voor een kortetermijnperspectief op het klimaatakkoord. “Laten we ons als bedrijfsleven richten op de voordelen en de economische winst die we in de komende paar jaar al kunnen behalen.”

Opwarming aarde

De opwarming van de aarde moet een halt worden toegeroepen door de emissie van broeikasgassen over de hele wereld te verminderen. Wouter Last: “Het is logisch dat er internationaal geldende eisen en regels komen voor CO2-, NOx- en SOx-emissies, zowel voor de industrie als individuele landen. Deze regels en eisen richten zich op een zeer geleidelijke vermindering, die pas over decennia zijn einddoel bereikt. Maar in de tussentijd kan het bedrijfsleven al wél profiteren van de nieuwe regels. Er zullen nieuwe markten ontstaan voor producten en services die de industrie kunnen ondersteunen in hun verduurzamingsplannen. Hier kun je als bedrijf slim op inspelen en al snel winst uithalen.”

Veel meer meten

Een voorbeeld hiervan is volgens de Last de nieuwe markt die gaat ontstaan voor het meten en analyseren van emissies bij fabrieken en op plants. “Omdat we allemaal aan strenge eisen aangaande uitstoot moeten voldoen, zal er heel veel gemeten gaan worden. De markt daarvoor gaat zich de komende jaren sterk ontwikkelen. Op dit moment zijn de meetmethodes nog niet optimaal en weten we vaak niet precies wat er wordt uitgestoten aan gassen en in welke hoeveelheden. Systemen om gassen te analyseren, denk aan druk, temperatuur, samenstelling, maken het mogelijk om relevante gegevens te verzamelen over uitstoot.”

Bestaande technologie, nieuwe toepassing

Veel van de technologie, waar behoefte aan zal zijn, bestaat al, zegt Last. “De software die we nodig hebben is al ontwikkeld, maar wordt nu nog gebruikt voor andere toepassingen. Met een paar kleine aanpassingen kom je al een heel eind in het omvormen van de functionaliteiten. Naar mijn verwachting wordt de markt hiervoor gigantisch, omdat wereldwijd overal voldaan moet worden aan de nieuwe standaarden. Er ligt dus veel werk te wachten voor plant IT- en engineeringspecialisten, mits zij snel handelen.”

Het boeikasgas-emissieniveau wereldwijd moet in 2100 40 procent onder het niveau van 1990 liggen. Voor veel bedrijven en burgers is het moeilijk om zo’n lange termijn te overzien. Dit maakt het gevoel van urgentie om duurzame maatregelen te nemen minder. Last: “Plannen voor de komende vijf of tien jaar zijn een stuk beter te overzien dan doelstellingen voor over 85 jaar, en dat heeft als voordeel dat ondernemers en burgers sneller te overtuigen zijn van het belang van verduurzaming. En in het kielzog daarvan de noodzaak om duurzame technologie te ontwikkelen. Ik zie volop businesskansen die voortvloeien uit het nieuwe klimaatakkoord.”