Afgelopen week vond Lego world plaats in de Jaarbeurs Utrecht. Een spektakel van heb ik jou daar voor blokjesliefhebbers; drie hallen vol met alle mogelijke lijnen die Lego te bieden heeft. Alleen bleken meisjes erg weinig interesse te hebben in Lego Technic.
Er was voor ieder wat wils. De stoere ninja’s van Ninjago of de mystieke Elves, en daarnaast enorme zeeën van gewone bouwblokjes. Opvallend was de gelijke verdeling van jongens en meisjes in de zalen. De pastelkleuren van Lego Friends en de Elves-lijn trekken wat meer meisjes, terwijl de Ninja’s (iets) meer jongens interesseren. Maar in het algemeen, en zeker bij de plekken waar met gewone blokjes vrij gebouwd kon worden, was het allemaal gelijk verdeeld.
Dit is natuurlijk anekdotisch, echte cijfers zijn niet beschikbaar, maar het idee dat Lego voor iedereen leuk is, blijkt te kloppen. Fijn, want Lego staat toch te boek als ‘technisch’ speelgoed; ermee knutselen kan kinderen inspireren om later meer de bètakant van het onderwijs op te zoeken. Op z’n minst brengen de steentjes een interesse voor architectuur en constructie in de kindergeest. Dat dit zowel voor jongens als meisjes geldt is positief.
Die 50/50-verdeling verdween echter volledig in het Lego Technic-gedeelte van de hal. Technic, een lijn voor wat oudere kinderen met meer ingewikkelde, dikwijls programmeerbare of elektronische onderdelen, was plotseling een jongensfeestje. Dat lijkt verwonderlijk, totdat je de Technic-lijn wat beter bekijkt. Driekwart van de modellen zijn auto’s of vliegtuigen. Op de vloer staat een enorme, echte, tractor van Volvo. Leuk voor (een deel van) de jongens, maar meisjes hebben doorgaan minder met grote, ‘stoere’ voertuigen.
Het probleem is dat Technic juist die laatste stap is naar techniekinteresse. Lego is leuk, bij Technic wordt de stap gezet naar meer technisch denken. Kinderen zetten er de eerste stapjes op weg naar programmeren en elektrotechniek, leren de werking van tandwielen, enzovoort. Dat Lego de technische lijn met name op jongens lijkt te richten, is jammer; al hun andere bouwwerken hebben een zekere vooruitstrevendheid in zich. Vrouwelijke wetenschappers, brandweerlieden of politieagenten zijn tegenwoordig standaardonderdeel van de bouwsets.
Na het twaalfde levensjaar vindt de speelgoedmaker blijkbaar dat het eigenlijk wel klaar is. Alleen de ‘hardcore’ nerds kunnen nu nog iets vinden dat hen uitdaagt én bij hun interesses past. Dat mogen blijkbaar geen meisjes zijn. Misschien is het zo dat Lego niet meer ‘cool’ is voor vrouwen op de middelbare school, waar de druk van leeftijds- en geslachtsgenoten vaak meer telt dan hobby’s of interesses van de kinderachtige basisschool. Dat betekent niet dat Lego achterover kan zitten en hun spul alléén voor jongens hoeft te maken; aanbod kan ook vraag veroorzaken. Het is aan het Deense bedrijf om dat zo snel mogelijk te doen, als ze hun progressieve boodschap écht goed willen uitdragen.