Diverse ondernemers deden hun verhaal tijdens het Smart Maintenance congres. Hun boodschap: wacht niet te lang met het inzetten op slim onderhoud. ‘Onze business is nú al veranderd.’
Veel maakbedrijven worstelen nog met de vraag in hoeverre ze nú al moeten inzetten op toepassingen op het gebied van smart maintenance en predicatief onderhoud, zeker nu de technologie nog volop in ontwikkeling is. De grote belangstelling tijdens het Smart Maintenance-congres in Nieuwegein maakte in elk geval wel duidelijk dat een groeiend aantal bedrijven ‘iets’ wil met slimme onderhoudstoepassingen.
Een van de maakbedrijven die zich tijdens het congres presenteerde is HTC Parking & Security uit Waddinxveen. Het bedrijf ontwikkelt en produceert speedgates: snel vouwende hekken die onder meer bij de ingang van parkeergarages worden gebruikt. Vroeger kostte onderhoud, door de organisatie in de keten, vaak meer tijd dan nodig was, vertelt business innovation manager Stefan Morssink. ‘Als leverancier zijn we sowieso wettelijk verplicht om één keer per jaar alle door ons geleverde installaties te keuren. Maar afgezien van die reguliere veiligheidschecks nam het oplossen van storingen veel tijd in beslag. Eerst moest de storing ontdekt worden, vervolgens kwamen de interne onderhoudsdienst en de vaste servicepartner langs, en pas daarná kwamen wij als leverancier eventueel in beeld. Dat zou efficiënter moeten kunnen, dachten we; door een poort ‘slimmer’ te maken zouden we sneller kunnen anticiperen op verstoringen en zouden we beheerders en externe monteurs beter kunnen aansturen.’
Samen met een aantal gespecialiseerde partnerbedrijven ontwikkelde HTC een systeem dat de poort 24/7 monitort, schetst Morssink. ‘Onze sensoren meten voortdurend op 150 parameters en genereren zo enorme hoeveelheden data. Dat geeft ons realtime inzicht in het gedrag van een poort. Op basis daarvan kunnen we klanten gericht adviseren over zaken als goed gebruik en beveiliging. Ook weten we het nu meteen als er een storing of een aanrijding is. Dankzij de beveiligde koppeling met internet kunnen we op afstand een diagnose stellen en kunnen we beheerders adviseren over wat ze kunnen doen. Ook kunnen we direct een externe servicepartij aansturen, die daardoor ook weer beter voorbereid ter plekke komt. Allemaal zaken die helpen om ongewenste downtime zoveel mogelijk terug te dringen.’
Maar ook predicatieve maintenance is nu mogelijk, benadrukt Morssink. ‘Doordat we veranderende eigenschappen van componenten kunnen waarnemen, kunnen we nu goed voorspellen wanneer een poort onderhoud nodig heeft. Daardoor dalen de kosten en kunnen we storingen voorkomen. Met als ultieme doel: minimale downtime en een optimale gebruikerservaring. Want geen enkele bewoner van een appartementencomplex wordt blij van een toegangspoort die niet open of dicht gaat.’
Beter voorspelbaar onderhoud, geen ongeplande downtime en kostenbesparingen: de beloftes van smart maintenance voor de maakindustrie zijn inderdaad groot, beaamt Simon Jagers. Met het door hem in 2015 opgerichte bedrijf Semiotic Labs ontwikkelde Jagers (net als Morssink een van de sprekers tijdens het smart maintenance-congres) een methode om de conditie van een machine te kunnen monitoren en zo nauwkeurig te voorspellen wanneer onderhoud nodig is. ‘Het is de kunst om onderhoud op precies het juiste moment uit te voeren; uiteraard niet als het te laat is, maar zeker ook niet te vroeg. Onderhoud dat niet nodig is, is immers het allerduurst.’
Bijkomend probleem is volgens Jagers dat het steeds lastiger is om gekwalificeerd technisch personeel te vinden. ‘Even kort door de bocht gesteld: jonge technici bouwen liever flitsende apps dan dat ze aan een machine sleutelen. Bovendien worden machines steeds complexer én moet het in onze 24-uurseconomie allemaal veel sneller. Smart maintenance, waarbij je voorspelt wanneer een bepaalde component het gaat begeven, kan helpen om onderhoud stukken efficiënter uit te voeren.’
Het door Semiotic Labs ontwikkelde systeem maakt gebruik van nauwkeurige data, gegenereerd door sensoren die continu zaken als trillingen en het stroomverbruik meten. Jagers: ‘Een algoritme analyseert deze data, herkent daarbinnen patronen, en kan zo nauwkeurig voorspellen waar en wanneer er onderhoudsproblemen zullen optreden. Dankzij deze technologie kunnen we klanten voor hun elektromotoren ‘uptime as a service’ bieden: wij garanderen dat een motor niet stil komt te vallen. Gebeurt dat onverhoopt toch, dan zijn wij verantwoordelijk voor het weer zo snel mogelijk up and running krijgen van de betreffende machine én betalen wij de kosten voor downtime.’
Maakbedrijven die nog worstelen met de vraag of en in hoeverre ze nu al moeten inzetten op de mogelijkheden die de technologie biedt, raadt Jagers aan om vooral op kleine schaal te gaan experimenteren. ‘Ik snap goed dat bedrijven nog wat huiverig zijn. We staan immers nog echt aan de vooravond van een enorme ontwikkeling; de komende jaren neemt het aantal slimme sensoren en machines naar verwachting steeds verder toe. En ook het internet of things gaat een enorme vlucht nemen; als in 2020 naar schatting 20 miljard apparaten aan elkaar gekoppeld zijn, gaat elke machine, elke pomp en elke wissel straks enorme hoeveelheden data genereren.’
De gecombineerde belofte van slimme sensoren en het internet of things bevindt zich nu nog in het hype-stadium, erkent Jagers. ‘Maar laat dat vooral geen reden zijn om af te wachten. Experimenteer eens met een relatief eenvoudige end-to-end-oplossing, waarbij je aan de slag gaat met één machine. Zo voorkom je dat je, als de hype straks voorbij is en er echt geld verdiend gaat worden, moet concluderen dat je de boot hebt gemist.’
Ook Stefan Morssink van HTC adviseert bedrijven om niet te lang te wachten met instappen. ‘Wij merken nu al dat deze oplossing onze business heeft vergroot; doordat we onze focus dankzij de technologie hebben verlegd van ‘tevreden levering’ naar ‘tevreden gebruik’, bouwen we een hechtere, langdurige band op met klanten. We zien nu al steeds meer dat klanten het onderhoud niet bij de vaste servicepartijen, maar bij ons neerleggen. Nog een voordeel: het wordt makkelijker om voet aan de grond te krijgen in het buitenland. Doordat we op afstand mee kunnen kijken en een diagnose kunnen stellen, kunnen we lokale servicepartners gericht adviseren en met hen meekijken.’
Besparingen zijn daarmee allang niet meer het enige doel, benadrukt Morssink. ‘Smart maintenance biedt vaak nog veel meer dan je in eerste instantie misschien denkt. Laat je goed adviseren en denk nu al na over nieuwe businessmodellen – des te beter ben je voorbereid als smart maintenance straks echt een grote vlucht neemt.’